'Er is niets buiten atomen en ledige ruimte' beweerde Democritus van Abdera: filosoof uit de Oudheid (460 – 380~370 V. Chr). Ook vandaag de dag lijkt de fysica nog steeds deze mening te zijn toegedaan (met uitzondering van de ledige ruimte), evenals de biologie, die zich vasthoudt aan de beweringen van de celtheorie. Een menselijk wezen schijnt hier niets meer te zijn dan mechanistische voorwendselen die de ware aard van de levende wezens verdoezeld. Ik beweer niet dat een mens meer is dan de natuurlijke processen die eraan ten grondslag liggen maar enkel dat de scheidingslijn tussen biologie, fysica en bewustzijn verder gaat dan wat zich in de mathematica en de 'analyse van leven' durft te tonen. De overtuigingen van het vitalisme, waarbinnen men het concept ‘leven’ karakteriseerde als een essentiële maar ongekende (zelfs mystieke) kracht, werden reeds eeuwen terug steeds verder teruggedrongen naar het domein van de pseudo-wetenschappen. Dit was echter niet omwille van de onwetenschappelijkheid maar eerder dankzij de opkomende wetenschappelijke revolutie: de standaarden van wetenschappelijke verklaring werden steeds verder verfijnd totdat het vitalisme nog nauwelijks plaats kreeg binnen dit kader. In deze zin is de erosie van het vitalisme niet zozeer primair bepaald door de onjuistheid ervan maar door de vooruitgang en wijziging in het denken over natuur en impliciet hierin eveneens het denken over wetenschap (conceptueel en feitelijk). De ontdekkingen binnen de chemie en de biologie (instrumenten, theoretische analyse, ...) fungeren hier als autoriteit en de reflectie hierover geldt als het meta-niveau zonder dewelke het eerste slechts éénzijdig blijft. Dit is een opmerkelijk gegeven dat zich steeds weer herhaalt in de geschiedenis: de vergankelijkheid van pre-wetenschappelijke beweringen, door de tijd achterhaald; variaties aan tal van instrumenten, wetenschappelijke theorieën, experimenten en feiten. Slechts elementaire vraagstukken blijven bestaan, gehuld in een gewaad van verschijningsvormen. Het vitalisme is er één van. Niet de vraag van verklaring naar het waarom van het verschil tussen stenen en vlinders maar het concept van ‘leven’ en voornamelijk de benadering en de verklaringswijze hiervan zijn verantwoordelijk voor de terugval ervan (van het vitalisme). De hoofdvraag werd echter onaangeroerd: waarvan stamt het leven? Mechanische processen en fysicalistische descripties beantwoorden slechts de afgeleide vraag: hoe is het leven? Wat het leven is en waarom het gedijt, blijft een mysterie, een schijnbaar mogelijke richtlijn. Neem je aan dat God bestaat, dan weze de zaken simpel, hoewel. Reken je daarentegen op logische deducties en realisme, veel succes! Niets is onbevraagbaar, onvatbaar voor kritiek, waar!
Ik heb dat tedere gevoel voor wie zich in een droom verward, en waar die droom de waarheid tart, klinkt de lach soms net iets te hard.
(Herman Van Veen)
(Herman Van Veen)
Respecteer de filosofen, imiteer ze niet; uw weg ligt elders, helaas.
(Michel Houellebecq)
(Michel Houellebecq)
"Ken uzelf en u zult het universum en de goden kennen"
(Thales Van Milete/ Herakleitos Van Epheze/ Socrates Van Athene)
(Thales Van Milete/ Herakleitos Van Epheze/ Socrates Van Athene)
donderdag 8 mei 2008
Abonneren op:
Reacties (Atom)